Gezondheid
Over gezondheidstesten op fokdieren
Met betrekking tot de gezondheid van de Abessijn en de Somali, kunnen we onderscheid maken tussen besmettelijke aandoeningen en ras gerelateerde, (vaak) erfelijke aandoeningen.
Op deze pagina beperken we ons tot de aandoeningen waarop getest kan worden in aanloop tot het fokken van een nestje kittens.
Artikelen over andere meer algemene ziektes of aandoeningen kunt u elders terug vinden in deze website door enkele trefwoorden in te tikken in de zoekfunctie! Onze databank is in ontwikkeling en wordt regelmatig geactualiseerd.
Aby2000 adviseert kittenkopers zorgvuldig te informeren naar de testen van de ouders, wanneer zij interesse hebben in een kitten.
Overweegt u zelf de eerste stappen op het fokkerspad te gaan zetten (ook al is het maar eenmalig) neem dan eerst onderstaande informatie goed door.
Voor er een dekking plaats gaat vinden is het verplicht gesteld door de fokverenigingen de poes en kater te laten testen op Felv/Fiv. (een zogenaamde snaptest) Dit kunt u laten doen bij uw eigen dierenarts.
Verder raden wij fokkers aan, beide ouders te laten testen op Patella Luxatie, PKdef en PRA (oogspiegel en DNA.)
Testen op Felv/Fiv en PRA (oogspiegel methode) zijn (hooguit) een jaar geldig. Testen op PL, en DNA (gen) testen op PKdef en PRA gebeuren maar eenmalig.
Laat voor een eerste dekking ook altijd de bloedgroep bepalen van beide ouders in spé, dit kan onnodig veel leed voorkomen. (zie bloedgroep in onze databank)
Besmettelijke ziektes
· Feline Immuundeficiëntie Virus (FIV, ofwel kattenaids)
· Feline Leukemie Virus (FeLV, oftewel Leucose)
FIV
Iedere katteneigenaar die gaat fokken komt het vroeg of laat tegen. Voordat de poes bij de kater mag komen moet er een bloedtest uitgevoerd worden. Er wordt getest op FIV (aids) en FeLV (leukemie). FIV is een ziekte die niet alleen van belang is voor fokkers met raskatten maar ook voor eigenaren van “gewone” huiskatten want helaas komt FIV bij alle soorten katten voor.
FIV wordt veroorzaakt door een virus dat verwant is aan het HIV virus bij de mens dat AIDS veroorzaakt. FIV wordt daarom ook wel kattenaids genoemd.
FIV kan alleen de kat besmetten en niet de mens.
Het virus wordt overgebracht via bloedcontact. Vooral via vecht- en bijtwonden worden katten geïnfecteerd. Omdat katers veel vaker vechten is het percentage geïnfecteerde katers tweemaal zo groot als geïnfecteerde poezen. De ziekte komt het meest voor onder normale huiskatten die naar buiten gaan. Katten die binnenshuis leven in een groep waar de rangorde bepaald is zullen elkaar niet snel besmetten doordat ze niet veel vechten met elkaar. Ook bij dekkingen wordt er vaak gebeten (nekbeet) waardoor een poes geïnfecteerd kan worden door de kater. Een drachtige poes kan het ook via de placenta en later via de moedermelk overbrengen op haar kittens.
FIV is, evenals FeLV, te diagnosticeren met behulp van bloedonderzoek. Met behulp van een bloedtest worden antilichamen tegen het FIV virus aangetoond. De meeste katten maken antilichamen 3-4 weken na infectie. Een eenmalige positieve uitslag betekent dat de kat besmet is. Bij gezonde katten kunnen vals positieve uitslagen voorkomen. Is de test positief bij een gezonde kat dan zal het bloed voor confirmatie (bevestiging) naar een gespecialiseerd laboratorium gestuurd moeten worden.
Het risico op infecties met FIV is het kleinst bij katten die binnen worden gehouden. Katten die in een groep leven, goed met elkaar overweg kunnen en dus niet veel vechten lopen de minste kans.
FeLV
FeLV is een virusziekte met een dodelijke afloop. Het virus kan leukemie (tumoren van de witte bloedcellen) veroorzaken, maar dit is niet de ziekte die het meeste optreedt na infectie. Het virus tast namelijk het immuunsysteem van de kat aan (immunosuppressie) waardoor ze gevoeliger zijn voor infecties.
Het ziektebeeld van FeLV wordt daardoor vooral veroorzaakt door secundaire infecties.
Vooral speeksel bevat hoge concentraties virus en dit is ook de voornaamste manier van overdracht van de ene kat op de andere. FeLV wordt voornamelijk door langdurig sociaal contact met andere katten overgedragen. Denk bijvoorbeeld aan uit elkaars bakje eten of elkaar wassen, want via speeksel, bloed, urine en ontlasting kan het virus overgebracht worden. Een drachtige poes kan het virus via de placenta overbrengen op haar kittens (en later via de moedermelk). Dit kan leiden tot abortus of geboorteafwijkingen maar er kunnen ook gezonde kittens geboren worden die virusdrager blijven.
FeLV diagnostiek wordt uitgevoerd in het kader van preventie bij katten waar mee gefokt wordt (het opsporen van katten die wel virus uitscheiden maar zelf nog niet ziek zijn) en als katten ziekteverschijnselen hebben die FeLV doen vermoeden.
Erfelijke ziektes/afwijkingen
· Patella Luxatie (PL)
· Pyruvaat Kinase deficientie (PKdef)
· Progressieve Retina Atrofie (PRA)
Patella Luxatie (PL)
Alvorens er met een Somali / Abessijn gefokt wordt, wordt aangeraden deze te laten testen op Patella Luxatie. Dit kan vanaf 12 maanden maar liever nog 18 maanden. Het onderzoek mag uitgevoerd worden door een dierenarts of een orthopedisch specialist en dient bij voorkeur plaats te vinden volgens het protocol dat de werkgroep Standaardisering Patella Luxatie (waarin o.a. Aby2000 en andere rasverenigingen deel van uitmaakten) heeft opgesteld. U kunt als bewijs het testformulier laten invullen, vergeet dus niet zowel het testformulier als het protocol mee te nemen als u uw Somali/Abessijn laat testen op Patella Luxatie.
In het submenu staan de testformulieren en het daarbij behorende protocol wat u kunt afdrukken en meenemen naar uw specialist of dierenarts.
Bij PL schiet de knieschijf van zijn plek af. Het kniegewricht bestaat uit het dijbeen aan de ene kant en het scheenbeen aan de andere. Over het gewricht loopt een pees van het bovenbeen naar het onderbeen met daarin de knieschijf (patella). Aan het bovenbeen zitten grote spieren die ook over de kniepees heen lopen naar het onderbeen waar de kniepees vastzit aan een scherpe vooruitstekende rand op het scheenbeen. Bij PL schiet de knieschijf over dat scherpe vooruitstekende randje, soms naar de buitenzijde maar vaker naar de binnenzijde. Het kan weer terugschieten als de kat probeert te gaan lopen.
Er zijn verschillende gradaties waarin deze afwijking wordt aangegeven, van mild (graad 1) tot ernstig (graad 4). Bij graad 4 is de knieschijf permanent van zijn plek en niet meer terug te brengen.
Als de knieschijf zelden losschiet, hoeft er operatief niets gedaan te worden, mits de kat er geen last van heeft. Bij ernstiger gevallen wordt een operatie aangeraden die het gewricht weer opnieuw in de goede stand plaatst en vastzet.
PL is overigens niet áltijd erfelijk, het is ook mogelijk dat dit ontstaat door een (ernstig) trauma.
Pyruvaat Kinase Deficiëntie (Pkdef)
Katten die lijden aan PKdef kunnen een min of meer langzaam verlopende bloedarmoede ontwikkelen waardoor uiteindelijk het lichaam steeds meer problemen krijgt bij het functioneren. Doordat in zo’n geval het aantal bloedplaatjes heel sterk vermindert verslechteren orgaanfuncties, het zuurstoftransport wordt steeds moeilijker met alle gevolgen van dien en tenslotte zal het dier overlijden.
PKdef vererft recessief. Dat wil zeggen dat beide ouders het moeten doorgeven, wil een kind lijden aan PKdef. Testen op PKdef is erg eenvoudig, het gebeurt via een DNA test op wat bloed of een uitstrijkje uit de wang.
De test onderscheid 3 uitslagen:
Vrij: het dier gaat nooit lijden aan PKdef en kan ook geen Pkdef doorgeven
Drager: Het dier gaat nooit lijden aan PKdef maar kan dit dragerschap wel doorgeven.
Lijder: het dier kan mogelijk PKdef ontwikkelen en daar aan overlijden.
Fokadvies: Aangezien het Somali en Abessijnen bestand erg krap is, is het niet wenselijk alle dragers uit te sluiten voor de fok. Deze dieren zijn immers perfect gezond. Het is alleen absoluut onwenselijk, deze te kruisen met een andere drager, of zelfs een lijder! Drager X vrije kat, geeft 50% PKdef vrije kittens, en 50% PKdef dragers.
PKdef lijders zijn absoluut ongeschikt voor de fok.
PKdef wordt overigens nog wel eens verward met PKD (Polycystic Kidney Disease), een (nier)ziekte waarop bij vele andere rassen wordt getest. PKD is een heel andere ziekte en vererfd ook heel anders. PKD dragers worden namelijk wél ziek, in tegenstelling tot dragers van PKdef.
Progressieve Retina Atrofie (PRA)
PRA is een verzamelnaam voor een groep erfelijke netvliesdegeneraties.
Het eerste verschijnsel van PRA bij de kat is nachtblindheid. Dit verschijnsel blijft nogal eens onopgemerkt. De pupillen blijven wijder open staan en vernauwen te langzaam als er met een fel lampje in het oog wordt geschenen. Het gehele proces verloopt pijnloos. De kat wordt sluipend blind en er is, tot op heden, geen behandeling bekend om het proces te stoppen of te genezen. In het eindstadium van PRA treedt soms ook grauwe staar (cataract) op, waardoor de lens op den duur wit wordt. Gelukkig is het oog voor een huiskat (wordt verzorgd en beschermd!) een minder belangrijk zintuig. In een veilige omgeving kunnen deze dieren zich meestal erg goed redden. Blinde katten vangen soms nog muizen!
De staafjeskegeltjes atrofie, de late vorm van PRA, die het meest voorkomt, volgt een enkelvoudige, niet geslachtsgebonden (autosomaal) recessief patroon van overerven. Dat wil zeggen dat katten met deze vorm van PRA (lijders) de eigenschap van de vader én de moeder moeten hebben geërfd. Waren de ouders zelf niet blind (en wel op de juiste wijze op PRA gecontroleerd), dan moeten zij dus ten minste beide dragers van de PRA-eigenschap zijn. Kort samengevat: – beide ouders van een PRA “lijder” zijn ten minste “drager” – alle kinderen van een PRA “lijder” zijn ten minste “drager”. De andere, bij de kat minder vaak voorkomende vorm van PRA, de staafjes-kegeltjes dysplasie erft vermoedelijk autosomaal dominant over. Bij de kat komt ook een niet-erfelijke vorm van PRA voor. Deze vorm dient van de erfelijke vorm te worden onderscheiden.
Aby2000 raad aan om fokdieren niet alleen eenmalig DNA te laten testen maar tot op een leeftijd van ongeveer 7 jaar de oogspiegeltest enkele malen te herhalen.
Algemene Informatie
Het testen op PRA (oogspiegeltest) kan alleen bij erkende oogspecialisten.
DNA (gen) testen kunnen worden uitgevoerd in diverse laboratoria in Europa en de Verenigde Staten.
Voor een DNA test dient u bloed af te laten nemen door uw eigen dierenarts en dit vervolgens zelf in te sturen naar het laboratorium van uw keuze. In sommige gevallen is het ook mogelijk om een DNA test uit te voeren door zelf met een wattenstaafje of een door het laboratorium verstrekt borsteltje wat wangslijm af te nemen.(het zogenaamde swappen) Hoe dit in zijn werk gaat kunt u lezen op de respectievelijke websites.
Een lijst van specialisten en laboratoria is te vinden in het submenu testadressen.